De Middeleeuwen 500 - 1450
De belangrijkste ontwikkeling van de muziek in de Middeleeuwen is het ontstaan van de polyfonie (meerstemmigheid).
Bij polyfone muziek klinken meerdere muzikale lijnen (allen met een eigen identiteit) tegelijkertijd.
Deze techniek wordt contrapunt genoemd (Latijn: punctus contra punctus– noot tegen noot).
Ook werd geleidelijk een systeem van muzieknotatie ontwikkeld, waarbij uiteindelijk de noot op een balk met lijnen werd genoteerd.
Tussen 1100 en 1300 zijn op het terrein van de wereldlijke muziek de Troubadours, Trouvères en Minnesänger actief.
Dit waren voornamelijk dichters en componisten, van o.a. liefdesliederen, hekeldichten en kruistochtliederen.
Daarnaast kende men Jongleurs, dit waren rondtrekkende professionele speellieden die ook musiceerden.
Ze componeerden zelf geen liederen, maar voerden werken uit die door anderen werden gecomponeerd of brachten volksmuziek. Wanneer jongleurs vast in dienst gingen bij een adellijke heer noemde men hen Minstrelen.
Uit het begin van de middeleeuwen komt de Gregoriaanse muziek, dit zijn eenstemmige gezangen.
Het gregoriaans maakte sinds ongeveer het begin van de 9e eeuw gebruik van een eigen notenschrift dat per land of landstreek verschilde; de daarbij gebruikte tekens worden Neumen genoemd.
De vroege neumen kennen geen absolute aanduiding van toonhoogte. Wel geven deze neumen globale aanwijzingen over het omhoog of omlaag gaan van de melodie, terwijl sommige van deze neumen ook informatie geven over de lengte van de individuele tonen binnen een neume.
De notenbalk zoals wij die tegenwoordig kennen werd uitgevonden door Guido van Arezzo (991-1033).
Een troubadour is van oorsprong een middeleeuwse kunstenaar, vooral begaafd als muzikant-dichter. De meeste troubadours bezongen de liefde, maar de oorlog was ook een geliefd onderwerp.
Een trouvère is een vergelijkbare artiest. Ze waren actief in het Franse taalgebied. Het woord troubadour is afgeleid van het woord “trobar”, dat ‘vinden’ of ‘bedenken’ betekent. Het woord “trouvère” is afgeleid van het Oudfranse ‘trouver’, dat eveneens ‘vinden’ of ‘bedenken’ betekent.
De Duitse minnesänger hadden hetzelfde doel als de troubadours en trouvères in Frankrijk, maar de minneliederen zijn over het algemeen wat ‘stijver’ en minder expressief.
Muziekvormen uit de Middeleeuwen:
Bekende componisten uit de Middeleeuwen
Guillaume de Machault
Francesco Landini
Guido van Arezzo
John Dunstaple
Adam de la Halle
Guillaume Dufay
Gilles Binchois
Johannes Ockeghem
Giovanni da Firenze Italiaan