Pianospelen met omkeringen is zoveel makkelijker als alleen maar grondliggingen te gebruiken. Als jij nu denkt: “Huh waar heeft ze het over”, lees dan vooral even verder.
Pianospelen met akkoorden is heel leuk om te doen maar als je hiermee aan de slag wilt moet je eerst weten wat akkoorden zijn.
Een akkoord is een samenklank van 3 of 4 tonen. In het artikel Majeur en mineur leg ik je dat precies uit.
Het C – akkoord:
Als we een C – akkoord gaan maken beginnen we op de C, de C noemen we dan de grondtoon.
Hier bovenop plaatsen we dan een Grote terts. Een grote terts heeft een afstand van 4 halve.
Als we vanaf de C 4 halve afstanden gaan tellen dan komen we bij de E. In de afbeelding hieronder kun je dat goed zien.
Op de E die we zojuist gevonden hebben plaatsen we nog een keer een terts, maar nu een kleine terts.
Een kleine terts is een afstand van 3 halve.
Als we vanaf de E 3 halve afstanden tellen dan komen we bij de G. Dit kun je ook heel goed in bovenstaande afbeelding zien.
Van de C naar de E, dat is de grote terts, zie je 4 rode pijlen staan, dus 4 halve afstanden.
Van de E naar de G, dat is de kleine terts, zie je 3 blauwe pijlen staan, dus 3 halve afstanden.
Zo hebben we dus voor het C – akkoord de tonen C – E – G gevonden.
Het G – akkoord:
Op deze zelfde manier gaan we nu ook een G – akkoord maken.
We beginnen op de G en plaatsen hier een grote terts op. Dat zijn 4 halve afstanden en vanaf de G komen we dan bij de B.
Hierop plaatsen we nog een kleine terts, dat zijn 3 halve afstanden, en zo komen we op de D.
Voor het G – akkoord hebben we zo de tonen G – B – D gevonden. In de afbeelding hieronder kun je dit weer goed met de pijlen zien.
De rode pijlen maken een grote terts (4 halve afstanden) en de blauwe pijlen maken een kleine terts (3 halve afstanden).
Samenvatting:
Grote terts – 4 halve afstanden
Kleine terts – 3 halve afstanden
Akkoord = Grondtoon + grote terts + kleine terts
Grondligging en omkeringen:
Het C – akkoord bestaat uit de tonen C – E – G
Het G – akkoord bestaat uit de tonen G – B – D
Bij deze 2 akkoorden staan/liggen de tonen in de grondligging.
We noemen C – E – G en G – B – D de grondligging omdat we netjes 2 tertsen boven elkaar hebben.
Bovendien beginnen we op de C of de G en zijn de C en de G de grondtonen van respectievelijk het C – akkoord en het G – Akkoord.
Aan het begin van dit artikel vertelde ik je over de omkeringen, ik zal je nu vertellen wat dat zijn.
Het C – akkoord bestaat uit de 3 tonen C – E – G die we gewoon door elkaar heen kunnen husselen.
Dus we hoeven niet met de C te beginnen, we kunnen ook met de E beginnen of de G. Als we maar steeds de 3 tonen C – E – G blijven gebruiken want dat zijn de 3 tonen die in het C – akkoord zitten.
Als we met de E beginnen wordt het akkoord: E – G – C Dit noemen we de eerste omkering.
Als we met de G beginnen wordt het akkoord: G – C – E Dit noemen we de tweede omkering.
Omdat we in een akkoord 3 tonen hebben, hebben we ook 3 mogelijkheden om dit akkoord te spelen.
Grondligging: C – E – G
Eerste omkering: E – G – C
Tweede omkering: G – C – E
Voor het G – akkoord krijgen we dan:
Grondligging: G – B – D
Eerste omkering: B – D – G
Tweede omkering: D – G – B
De onthulling van de omkeringen:
En dan nu de grote truc waarom het zo handig is om bij het spelen met akkoorden, omkeringen te gebruiken.
Als je van een C – akkoord naar een G – akkoord moet en je speelt beide akkoorden in de grondligging dan moet je best een flink stuk springen met je hand.
Maar speel je nu het C – akkoord in de Grondligging en het G – akkoord in de Eerste omkering dan hoef je maar een heel klein beetje te verschuiven.
Zoals je in de onderstaande notenvoorbeelden kunt zien.
Conclusie:
Zorg ervoor dat je je zelf gaat aanleren welke 3 noten er in de verschillende akkoorden zitten, dus dat je ze weet te benoemen.
Want als je de 3 tonen uit het akkoord weet kun je ze zo gaan schuiven dat je de ligging pakt die het makkelijkste op het vorige akkoord volgt.
Nu ben ik benieuwd of jij na het lezen van dit artikel in het vervolg ook de akkoorden met de omkeringen gaat spelen of dat je gewoon door blijft gaan met het spelen van de grondliggingen.
Het spelen in de grondliggingen is op dit moment natuurlijk wel wat makkelijker, maar als je eenmaal met omkeringen kunt spelen wil je beslist niet anders meer.
Dus ga jij ervoor of niet? Laat het me hieronder gerust weten of je hier wat mee kunt of niet.
Ik wist inmiddels al wat omkeringen waren maar het artikel is wel duidelijk.
Beste Nadine,
Dank je voor je berichtje en fijn om te horen dat je al wist wat omkeringen zijn.
Ik hoop dat je ze met veel plezier gebruikt bij het pianospelen en ontdekt hebt dat ze je begeleidingen makkelijker en mooier maken.
Veel plezier met pianospelen en vriendelijke groeten,
Tanya