Hoe heet de slotnoot ook alweer
Als je nog niet zo lang met noten lezen bezig bent, kan het soms best lastig zijn
om te weten hoe een noot met meerdere hulplijntjes nou ook alweer heet.
Natuurlijk komen zulke noten door het hele stuk voor, maar vaak is de laatste noot juist zo’n noot met meerdere hulplijntjes.
Een hele goede hulp om snel te weten hoe deze noot heet, is te kijken in welke toonsoort het stukje staat.
Staat het in de toonsoort C, dan zal de slotnoot ook een C zijn.
Staat het in de toonsoort G, dan zal de slotnoot ook een G zijn.
De C en de G noemen we dan de grondtoon.
Een stuk eindigt bijna altijd met de grondtoon, gebeurt dit niet dan verwacht je dat er nog iets achteraan moet komen,
het stuk is dan nog niet goed afgesloten, er blijft iets hangen voor je gevoel.
Met een grondtoon als slotnoot sluit het stuk wel goed af.
Dus als je niet weet hoe de slotnoot heet, kijk je naar de toonsoort.
Dan weet je de grondtoon en dat zal dan ook je slotnoot zijn.
Ga dit maar eens nakijken in de stukken die je al gespeeld hebt en je zult zien dat het klopt.